In mijn omgang met paarden valt het me steeds vaker op dat de paarden die in een kudde leven en hierdoor een fijne en veilige basis hebben, meer en meer op zoek gaan naar prikkels. In het wild kunnen ze steeds op zoek naar een volgende nieuwe plek, wat voor onze gedomesticeerde paarden veelal niet mogelijk is. Het is alsof ze die behoefte naar verandering niet kunnen vervullen, waardoor ze bij ons op zoek gaan naar prikkels. Ik zie ze contact maken met andere dieren, contact maken met mensen en grenzen verleggen. In eerste instantie zullen ze niet in de buurt van een onbekend ‘eng’ object komen, terwijl, als je ze de ruimte en de tijd geeft, dat object al snel wordt ontdekt door er aan te eten, waarna het nieuwe eraf is. Tijd voor de volgende prikkel. Breng je ze naar een nieuwe omgeving, dan zijn er opeens veel nieuwe prikkels, waar ze dan ook gretig gebruik van maken door alles te willen onderzoeken. Soms vraag ik me weleens af of ze onbewust weten dat ze leren en zichzelf ontwikkelen door de confrontatie met die prikkels aan te gaan. Dat ze er moediger en slimmer door worden. Of zou het gewoon hun overlevingsinstinct zijn?
De laatste dagen valt me op dat onze oppashond precies hetzelfde doet. Ga ik ‘s ochtends met haar naar buiten, dan is prioriteit één: plassen. Zodra dat klaar is, dan rent ze de sneeuw in, onderzoekend, waar is die prikkel. Tijdens het wandelen is ze continu op zoek naar nieuwe dingen. Wat is dit, wat kan ik daarmee? Enge machines. Eerst terugdeinzen, dan langzaam ontdekken. Komen we onderweg koeien tegen, dan doen deze exact hetzelfde. Naar ons toe, kom maar op met die prikkel!
Eigenlijk is het bij ons niet anders. Net een nieuwe baan? Even is het allemaal spannend en nieuw, maar na verloop van tijd wordt het allemaal te veel van hetzelfde, waardoor we op zoek gaan naar een nieuwe uitdaging. De nieuwe prikkels zijn oud geworden, waardoor ze niet meer prikkelen. Sleur in een relatie, klaar met dezelfde vereniging of het dorp waar je al jaren woont. Alles is zo gewoon geworden dat je niet eens meer het gevoel hebt dat je leeft. En dan komt de vraag: Vluchten we weg voor ons oude, saaie leven? Of zijn we keihard op zoek naar een plek waar we voelen dat we bestaan?
Een jaar naar de andere kant van de wereld, is dat niet meer willen zijn waar je alles zo goed kende, of is dat je neus voor prikkels achterna gaan? En dan een jaar lang rondreizen, de ene nieuwe prikkel na de andere. Wow, wat voel je ineens dat je leeft! Na dat jaar kom je thuis, al voelt het niet meer als thuis. Weer op zoek naar een baan, die een tijdje leuk is maar al snel begint te vervelen, want je mist de uitdaging. Dan is er nog een andere optie om meer prikkels binnen te krijgen. Meer geld verdienen, een groter huis kopen, een andere omgeving, nog meer en snellere hi-tech apparaten, om te kijken wat deze prikkel bij ons teweeg brengt.
Dan opeens, word je gek van al die prikkels. Je besluit jezelf een tijdje op te sluiten in één of ander klooster, waar je bent afgesloten van de buitenwereld. De hoeveelheid prikkels van buitenaf, wordt tot een zo laag mogelijk aantal, gereduceerd. Op die manier maak je ruimte voor de interne prikkels. Wat gaan die nu weer met je doen?
De zoektocht naar prikkels maakt dat we altijd op zoek zijn naar meer, beter, sneller, anders. Maar toch zijn we ook gewoontedieren. Het houdt een keer op met de extreme dingen. Dan gaan we maar elke zoveel maanden, op vakantie. Nieuwe omgeving, ander land, cultuurshock. Prikkel. Terwijl we meestal wel weten wat we kunnen verwachten. Bergen, bruggen, andere cultuur. Miljarden mensen voor ons, hebben die al gezien. Toch willen we zelf op zoek, om deze prikkel zelf te ervaren.
Zou het ook mogelijk zijn om de prikkels in ons dagelijks leven terug te krijgen, of de behoefte eraan te verminderen, zodat we niet steeds uit een vliegtuig hoeven te springen, of naar Oostenrijk hoeven af te reizen, om daar inspiratie op te doen voor een nieuwe blog? 😉