Afgelopen week maakte ik een wandeling met de hond van vrienden. Mijn oppashond, zeg maar. Ik was verdrietig en liep in gedachten verzonken. Gedachten over het leven, relaties, over dat alles verandert. Ik sta even stil bij een uitzichtspuntje, om goed om me heen te kijken. De hond, zo braaf, wacht geduldig tot ik weer in beweging kom. Ik besluit mijn verkramping er even uit te rennen, dus ik zet het op een drafje. De hond volgt wederom braaf. Ze kent me eigenlijk niet echt, toch hoef ik niet naar haar om te kijken. Zij doet haar ding, ik het mijne. Op de terugweg komen we een man met een andere grote hond tegen. Het is een imposante hond. Mijn oppashond houdt zich rustig, ze is al oud en maakt zich niet snel druk. Als de vreemde hond wild tegen mij opspringt, begint mijn oppashond meteen woest te blaffen. Ze beschermt me. Als we doorlopen, besef ik me dat ik een grote les van haar kan leren. Ik liep volledig in m’n eigen wereld, met m’n eigen gedachten en problemen. Ik was compleet in het verleden. Ik stond niet open voor wat en wie er NU is. Zij, echter, ook al kent ze me nauwelijks, heeft onmiddellijk een roedel met mij gevormd. Het was zij en ik, verder niemand. Dus zijn we een kudde, dus beschermt ze me. Het is een mooie wake-up call, om te connecten met degenen waar ik nu mee ben, mezelf echt te openen en niet te blijven hangen in dat wat is geweest. Dank je wel, lieve zwarte dame. Fijn om verbonden met je te zijn!