Wat een heerlijkheid. Wandelen zonder die winterse temperaturen. Ik kan nu nog meer van een dagje buiten genieten. Gisteren maakten we een wandeling langs het water. Je hoorde af en toe de zoemer van de eerste zeilwedstrijden van het seizoen en de eenden waren weer wat actiever op zoek naar eten, in plaats van zichzelf non-stop warm te hoeven houden.
Toen we op een wat smaller paadje kwamen, gingen we even achter elkaar lopen om de tegenliggers te laten passeren. Met mijn vluchtige blik vooruit, had ik alleen 2 mannen aan zien komen lopen, met een klein hondje voorop. Toen de laatste man mij gepasseerd was, liep daar opeens ook nog een zwarte labrador achter, die braaf de anderen volgde. 5 meter verderop, was er iets wat me deed stoppen en omkijken. Ik keek naar de labrador en onmiddellijk stopte deze ook en draaide zich om, keek me aan. Een blik van herkenning. Ik voelde hoe mijn lichaam een uitnodigende beweging maakte terwijl ik lachte, waarop de hond recht op me af liep en hevig mijn handschoen begon te likken. Heel even stonden we daar samen, hij likte mijn handschoen, ik aaide hem over z’n kop en zei zachtjes ‘Hee lieverd’. Toen realiseerde ik me dat er ook nog een buitenwereld was. Ik wees richting zijn baasje en zei ‘Toe maar’. Hevig kwispelend sprong hij op en keek me een laatste keer aan, waarna hij zonder om te kijken naar z’n baasje verdween. Ik zou zweren dat wij elkaar eerder hebben ontmoet.