Challenge accepted!

Mensen zijn gewoontedieren. Ritme en regelmaat zijn goeddoeners, ze creëren rust en een gevoel van veiligheid. Maar toch gaat elke dag weer, het hele jaar door, hetzelfde riedeltje, een mens wel vervelen. Af en toe iets nieuws of een andere uitdaging, houdt ons scherp.

Met paarden is het niet anders. Ook paarden zijn gewoontedieren. En kuddedieren. De veiligheid van de bekende kudde, regelmatige voertijden en een rustige slaapomgeving, zijn basisbehoeften. Die uitdaging die een mens gewoon kan opzoeken, wanneer hij de behoefte voelt, wordt bij paarden helaas nogal eens vergeten. Paarden kunnen immers niet zeggen dat ze eens iets nieuws zouden willen proberen. Dus is het aan ons om ze te lezen en gehoor te geven aan deze roep om vernieuwing.

Wissel af, zorg voor uitdaging. Zelfs als je fanatiek wedstrijdruiter bent zou ik je aanraden om zeker 2x in de week iets anders te doen dan alleen maar rijden en oefenen, oefenen, oefenen. Geloof mij, je paard zal je dankbaar zijn, waardoor je een gemotiveerder paard en betere resultaten krijgt. Iedereen wil toch een paard dat naar je toe komt met een blik in zijn ogen die vraagt: ‘Wat gaan we vandaag voor leuks doen?’.

Met afwisselen bedoel ik niet 2x in de week longeren en de andere dagen rijden. Zo makkelijk kom je er niet vanaf. Niets is zo dodelijk saai als 40minuten lang alleen maar rondjes lopen, dat geldt voor paarden net zozeer als voor mensen. En dan kunnen mensen zichzelf tenminste nog motiveren, maar als er voor paarden geen duidelijk doel en een duidelijke beloning aan vast zit, dan wordt het al snel een dooddoener.

Tip: Ga grondwerken met je paard. Je kan vanaf de grond een enorme band met je paard opbouwen door samen te spelen! Klinkt dit doelloos voor jou? Maak er een training van. Wat wil je bereiken? Wist je dat je vanaf de grond, je paard voorwaarts, achterwaarts, zijwaarts, harder, zachter, kan laten gaan? Wendingen om de voorhand, achterhand? Je kan je paard leren om objecten aan te raken, om op jou te letten en te zoeken naar een antwoord op de vraag die je ze stelt. Je kan ze leren op dingen staan, over een zeil lopen, zelfs over een wip-wap of door een tunnel. En als jullie dit allemaal kunnen, samen, dan kan je jezelf ook nog als doel stellen om het allemaal in vrijheid te kunnen doen, zonder touw! Als dat geen spelen meer is! Wedden dat jouw paard naar je toe komt omdat hij het leuk vindt om een nieuwe uitdaging te krijgen?

Tip 2: Ben je inspiratieloos? Neem contact met me op!

Wat is Systemisch Werken met Paarden?

Op veler verzoek:

Wat is Systemisch Werken met Paarden?

Paarden kunnen niet niet-systemisch aanwezig zijn bij mensen. Altijd zijn zij zich bewust van de positie die zij innemen ten opzichte van de mens, en altijd lijken ze een verbinding te hebben met wat nog niet gezien of ‘aangenomen’ wordt door coachee. Het paard is onovertroffen in het mede aan het licht brengen van de dynamieken in het systeem van herkomst. ‘Systemisch’ verwijst hier naar de invloed van het grotere geheel (familie, context of organisatie) op het individu.

Mensen hebben een innerlijke ontwikkeling als keuze en komen in de uiterlijke wereld situaties tegen die hen tot deze ontwikkeling kunnen aanzetten. Mensen hebben banden, met andere mensen, met ingrijpende gebeurtenissen of situaties. Dit alles vormt ons in het leven en dient ons om tot een evenwichtig mens uit te groeien. Daar waar de banden leiden tot emoties die verder lijken te gaan dan passend bij de situatie, zijn vaak systemische invloeden van kracht. We worden door de onzichtbare bindingen aan mensen en situaties die ons voor gingen tegengehouden in onze ontwikkeling. Onze liefdeskracht wordt beteugeld of stolt zelfs geheel. Deze magische liefde houdt het systeem, zo goed en kwaad als het gaat, in stand. Dankzij ons overlevingsmechanisme kunnen we ons verhouden ten opzichte van verlies. Zo zijn de orde en de dynamieken van het familiesysteem en haar geschiedenis in sterke mate van invloed op het individu en zijn levensverhaal, zijn gedrag, zijn opvattingen, vermogens en de vorming van zijn maskers. En dat is een gegeven, het lot van het gehele systeem. Het is zoals het is.

Het systemisch werk heeft ten doel deze onzichtbare bindingen via ondermeer opstellingen aan het licht te brengen zodat het individu weer vrijheid en ruimte voelt om zich verder te ontplooien en zijn liefdeskracht vrij te laten vloeien. Het paard leeft en gedraagt zich al zo’n 65 miljoen jaar ‘systemisch’, en toont onmiddellijk de ordening en de dynamieken als representant of ander helend element vanuit een onvoorwaardelijke liefdeskracht.

Bron: Sharga Academie, http://sharga-academie.nl/

 

Stop de miscommunicatie tussen mens en paard!

Ik maak graag mens en paard blij, omdat mensen heel veel samenwerken met paarden en ik van mening ben dat er heel veel miscommunicaties tussen mens en paard zijn. Paarden proberen vaak duidelijk te maken aan mensen wat ze niet fijn vinden aan de manier waarop de mensen ze behandelen. Paarden onderling zijn de hele dag door bezig met aangeven aan elkaar wat ze wel en niet fijn vinden, of ze samen willen eten, hoe dichtbij ze mogen komen, enz. Dit geven ze aan met bijzonder kleine signalen. Als het andere paard direct op dit signaal reageert, dan hoeft het eerste paard geen grotere signalen uit te zenden. Mensen daarentegen begrijpen deze signalen van de paarden vaak niet, waardoor de paarden duidelijker worden, wat in hun wereld betekent dat de signalen groter en dreigender worden. Eerst door hun oren naar achter te doen, dan door met hun hoofd of hun staart te zwaaien, vervolgens door zacht hun tanden ergens in te zetten, om tot slot echt te bijten of te schoppen. Dit doen ze alleen maar als ze niet begrepen en gehoord worden. Hierdoor  zijn ze gedwongen om duidelijk te zijn naar ons toe. Mensen begrijpen dit niet, waardoor ze de paarden bestempelen als onhandelbaar en grof worden door ze vast te binden, te schoppen of te slaan. De miscommunicatie wordt groter en groter.

Ik wil ervoor zorgen dat mensen en paarden elkaar gaan begrijpen, dat mensen leren de signalen van de paarden te herkennen, om hun samenwerking geweldloos te laten verlopen. Hierdoor krijgen we een betere wereld met blijere paarden en mensen.

Hoe ver moet ik nog?

Tijdens één van onze steilere bergwandelingen, betrap ik mezelf erop dat ik steeds vooruit kijk naar de volgende bocht. Hopend dat na deze bocht, de weg wat vlakker wordt. Vooral op het moment dat ik me in de bocht bevind, kijk ik reikhalzend naar waar de weg naartoe draait…. om te concluderen dat het voorlopig nog niet minder steil gaat worden. Het demotiveert me. Ik wil graag verder, maar zo’n lange, steile, moeilijk weg voor me zien, resulteert bij mij in een lager tempo. De optie ‘omkeren en teruggaan’ komt niet in me op. Er zijn dus wel andere opties, alleen zie ik ze niet. Ik weet dat ik op dit moment nog niet ben waar ik wil zijn, het doel is nog niet behaald. Dus loop ik door, met mijn blik op de weg vlak voor me gericht. Ik kijk weinig om me heen, want dan word ik steeds geconfronteerd met die steile weg die voor me opdoemt. Kleine pasjes, dan kom ik vanzelf verder. Tijdens het lopen van het Pieterpad heb ik immers ook gezien dat ik door elke keer een stap te zetten, uiteindelijk 500 kilometer af kan leggen. Waarom zou het in de bergen anders zijn?

Als het landschap verandert en er rechts van het pad een waterval uit de bergen komt, verleg ik mijn blik. Al lopend aanschouw ik de pracht van dit waterspel. Op sommige punten breed, andere smal. Dan lijkt hij sneller te gaan, dan weer langzamer. Ik zie het al het water samen in de rivier kletteren, met een oorverdovend lawaai. En dan opeens… ben ik alweer bijna bij de volgende bocht. Kennelijk kan een verandering om me heen, me zo afleiden dat het zware lopen, niet meer wordt opgemerkt.

Ik vind dit een mooie vergelijking met het ‘echte leven’. Als de weg zwaar is, kan dat me enorm demotiveren. Die steile weg bekijken, maakt hem bijna nog steiler, nog langer, nog onbegaanbaarder. Omkeren komt niet in mijn woordenboek voor. Ik ben niet voor niets al zo ver gekomen. Deze weg is mijn weg. Mijn blik op waar ik NU mijn voeten neerzet, maakt dat ik gewoon loop, bijna zonder dat ik een andere optie lijk te hebben. Maar ervan genieten? Dat doe ik niet.

Een andere omgeving doet wonderen. De schoonheid en de afwisseling doen me kijken, doen me realiseren dat ik leef. Op dat moment verdwijnt de vraag ‘Hoe ver moet ik nog?’. Doordat de vraag verdwijnt, verdwijnt het moeten en ontstaat er ruimte om te genieten, om te zijn. En dan opeens ben ik bij het volgende punt, vanwaar ik weer nieuwe stappen kan overzien. En dan? Dan begint het hele proces weer van voor af aan, of…. wordt de weg vlakker. In ieder geval tot de volgende bocht.

Als prikkels niet meer prikkelen

In mijn omgang met paarden valt het me steeds vaker op dat de paarden die in een kudde leven en hierdoor een fijne en veilige basis hebben, meer en meer op zoek gaan naar prikkels. In het wild kunnen ze steeds op zoek naar een volgende nieuwe plek, wat voor onze gedomesticeerde paarden veelal niet mogelijk is. Het is alsof ze die behoefte naar verandering niet kunnen vervullen, waardoor ze bij ons op zoek gaan naar prikkels. Ik zie ze contact maken met andere dieren, contact maken met mensen en grenzen verleggen. In eerste instantie zullen ze niet in de buurt van een onbekend ‘eng’ object komen, terwijl, als je ze de ruimte en de tijd geeft, dat object al snel wordt ontdekt door er aan te eten, waarna het nieuwe eraf is. Tijd voor de volgende prikkel. Breng je ze naar een nieuwe omgeving, dan zijn er opeens veel nieuwe prikkels, waar ze dan ook gretig gebruik van maken door alles te willen onderzoeken. Soms vraag ik me weleens af of ze onbewust weten dat ze leren en zichzelf ontwikkelen door de confrontatie met die prikkels aan te gaan. Dat ze er moediger en slimmer door worden. Of zou het gewoon hun overlevingsinstinct zijn?

De laatste dagen valt me op dat onze oppashond precies hetzelfde doet. Ga ik ‘s ochtends met haar naar buiten, dan is prioriteit één: plassen. Zodra dat klaar is, dan rent ze de sneeuw in, onderzoekend, waar is die prikkel. Tijdens het wandelen is ze continu op zoek naar nieuwe dingen. Wat is dit, wat kan ik daarmee? Enge machines. Eerst terugdeinzen, dan langzaam ontdekken. Komen we onderweg koeien tegen, dan doen deze exact hetzelfde. Naar ons toe, kom maar op met die prikkel!

Eigenlijk is het bij ons niet anders. Net een nieuwe baan? Even is het allemaal spannend en nieuw, maar na verloop van tijd wordt het allemaal te veel van hetzelfde, waardoor we op zoek gaan naar een nieuwe uitdaging. De nieuwe prikkels zijn oud geworden, waardoor ze niet meer prikkelen. Sleur in een relatie, klaar met dezelfde vereniging of het dorp waar je al jaren woont. Alles is zo gewoon geworden dat je niet eens meer het gevoel hebt dat je leeft. En dan komt de vraag: Vluchten we weg voor ons oude, saaie leven? Of zijn we keihard op zoek naar een plek waar we voelen dat we bestaan?

Een jaar naar de andere kant van de wereld, is dat niet meer willen zijn waar je alles zo goed kende, of is dat je neus voor prikkels achterna gaan? En dan een jaar lang rondreizen, de ene nieuwe prikkel na de andere. Wow, wat voel je ineens dat je leeft! Na dat jaar kom je thuis, al voelt het niet meer als thuis. Weer op zoek naar een baan, die een tijdje leuk is maar al snel begint te vervelen, want je mist de uitdaging. Dan is er nog een andere optie om meer prikkels binnen te krijgen. Meer geld verdienen, een groter huis kopen, een andere omgeving, nog meer en snellere hi-tech apparaten, om te kijken wat deze prikkel bij ons teweeg brengt.

Dan opeens, word je gek van al die prikkels. Je besluit jezelf een tijdje op te sluiten in één of ander klooster, waar je bent afgesloten van de buitenwereld. De hoeveelheid prikkels van buitenaf, wordt tot een zo laag mogelijk aantal, gereduceerd. Op die manier maak je ruimte voor de interne prikkels. Wat gaan die nu weer met je doen?

De zoektocht naar prikkels maakt dat we altijd op zoek zijn naar meer, beter, sneller, anders. Maar toch zijn we ook gewoontedieren. Het houdt een keer op met de extreme dingen. Dan gaan we maar elke zoveel maanden, op vakantie. Nieuwe omgeving, ander land, cultuurshock. Prikkel. Terwijl we meestal wel weten wat we kunnen verwachten. Bergen, bruggen, andere cultuur. Miljarden mensen voor ons, hebben die al gezien. Toch willen we zelf op zoek, om deze prikkel zelf te ervaren.

Zou het ook mogelijk zijn om de prikkels in ons dagelijks leven terug te krijgen, of de behoefte eraan te verminderen, zodat we niet steeds uit een vliegtuig hoeven te springen, of naar Oostenrijk hoeven af te reizen, om daar inspiratie op te doen voor een nieuwe blog? 😉

Oog in oog met grootsheid

De twee paarden staan rustig te eten in de wei. Zodra we in de buurt van het hek komen, geeft ze aan dat ze eigenlijk heel bang is voor paarden. En dan vooral voor die witte die daar staat. Die is namelijk de grootste en het meest intimiderend van de twee. Even is het stil. We staan daar te kijken en ik probeer te voelen wat er is. Mijn gevoel zegt me, dat we toch met het witte paard moeten werken. Juist met hem. Het is oké als ze die angst echt kan voelen. Ik weet dat ze dat aan kan.

We nemen het paard mee naar de bak. Daar laat ik hem los, waarna ik onder het draadje, wat zijn ruimte scheidt van die ons, door duik. We staan nu op zo’n 10 meter afstand van het paard. We nemen de tijd om even te aarden, waarna ik haar naar haar thema vraag. “Het is groots”, zegt ze. “Ik vind het doodeng om zo dichtbij dat grootse te zijn en het liefst zou ik nu heel hard weglopen, zodat ik die angst en dat grote verdriet wat erachter zit, niet hoef te voelen. Ik probeer het verdriet te begrijpen, maar ik kan het niet begrijpen. Daar gaat het ook niet om. Het gaat over voelen.”

Na enige minuten vraag ik haar of ze er klaar voor is, om de bak in te gaan. Ik zie haar ogen groot worden, ik zie de angst. Meteen geef ik aan dat NIETS moet. Ze mag ook veilig aan deze kant van de draad blijven. Ze mag de tijd nemen. We hebben geen haast. Ze slikt, ik zie hoe ze zichzelf herpakt en bij een hoek, onder de draad door gaat. Ze plaatst zichzelf in een hoek, met haar rug tegen de muur. De spanning is voelbaar. In de eerste seconden reageert het paard niet. Hij blijft staan, gericht op de plek waar ze eerst stond.

Dan draait hij zich abrupt om en loopt hij met grote passen recht op haar af. Ze schrikt, gooit haar energie en haar armen omhoog, waarop het paard omdraait en wegrent. Hij bevestigt het ‘over haar grenzen heen gaan’. De bak instappen voor het goed voelt, over je grenzen heen, niet dichtbij willen zijn. Opnieuw geef ik aan dat ze ook aan de andere kant van de draad mag komen staan, waarna ze aangeeft dat dit precies is waar het om draait. Dat grootse is al zo eng en dan komt het ineens zo dichtbij, dat ze eigenlijk alleen nog maar weg wil. Ik zie haar worstelen. Ze wil dit onderwerp aanpakken, maar voelt zich hier niet goed en is erg bezig met de reacties van het paard. Ze probeert het te begrijpen.

Even later stapt ze toch onder de draad door naar de veilige kant. Ik zie haar ontspannen. Het paard komt nu weer langzaam dichterbij en gaat, aan zijn kant van de draad, recht tegenover haar staan. Eerst zie ik de spanning, die deze afstand tussen mens en dier, tussen mens en iets groots, bij haar teweeg brengt. Ik zie hoe ze het zelf oppakt. Woorden zijn niet nodig. Ze wacht tot ze zich goed voelt bij deze afstand, tot ze zichzelf toe kan staan, de angst te voelen. Ik zie hoe dit haar rust geeft. De angst is er, mag er zijn en hoeft niet begrepen te worden. Al die tijd staat het paard, bijna onbeweeglijk, tegenover haar. Als ze rustig is, doet ze twee mini stapjes naar voren. Paard doet exact hetzelfde. Weer neemt ze de tijd die ze nodig heeft om dit grootse van dichterbij te bekijken en ermee vertrouwd te raken. Dan zet ze wederom twee stapjes naar voren. Ook het paard komt, door middel van het zetten van twee mini passen, dichterbij. Het is prachtig om te zien, dat waar eerder haar onrust werd gespiegeld, nu exact hetzelfde gebeurd met haar rust. En vanuit deze rust, kan ze haar eigen grenzen opzoeken, verleggen en aangeven. Het paard doet geen enkele keer meer dan zij.

Na verloop van tijd, staan ze vlak voor elkaar. Langzaam strekt ze haar hand uit en aait hem rustig over zijn hoofd. Hij laat zijn hoofd zakken en staat zo dichtbij haar, volledig rustig en volledig bij haar. Dit is waar het om gaat. Even nog blijf ik staan, maar dan ineens voelt het alsof ik naar iets enorm persoonlijks en intiems sta te kijken. Zachtjes loop ik weg. Mijn werk is gedaan, het paard is de coach die deze prachtige stille sessie, met haar afrondt.