Eén maand, één tent, twee mensen, vijfentwintig kilo bagage, vierhonderdtweeënnegentig kilometer lopen. Dat is de korte samenvatting van hoe onze meimaand eruit zag.
Een jaar geleden had ik nog nooit van het Pieterpad gehoord. Nu weet ik dat het één van de langste LAW’s (lange afstandswandelingen) van Nederland is. 492 kilometer lang, van Pieterburen naar de St. Pietersberg bij Maastricht.
Maandenlang waren we al aan het trainen. Dat wil zeggen: kilometers maken en je lijf laten wennen aan het lopen van lange afstanden. We begonnen met kleine stukken en bouwden dit uit naar 3 keer in de week een wandeling van minstens 10kilometer. Het nadeel is, dat hoe fitter je wordt, hoe meer tijd de wandelingen in beslag gaan nemen, waardoor we na verloop van tijd wel klaar waren met het trainen, klaar voor het echte werk.
Eén ding hadden we duidelijk onderschat. De kilo’s op onze rug. De laatste trainingsmaand hadden we ook met bepakking gelopen, maar dan hadden we zo’n 8 à 9 kilo op onze rug. De avond voor ons grote avontuur, kwamen we maar niet onder de 12 à 13 kilo per persoon. En dan hadden we echt al light weight spullen: Een tentje van 2 kilo, 2 simpele self-inflating matjes, 2 slaapzakken (die toch samen al snel 3,5 kilo wegen), 2 pannen, plastic borden, een mini gasfles, 1 afritsbroek aan, 1 mee, 1 vest mee, traveltowels mee, geen zwemkleding, mini tubes tandpasta en shampoo. We lieten een extra isolerend matje en de kussentjes al thuis, net als een extra vest.
Daar loop je dan. Dag 1, veel warmer dan verwacht (6 mei), met beide 12 à 13 kilo op je rug. De eerste etappe is maar 11 kilometer. Een mooi stukje om mee te beginnen. En ‘s avonds op de camping…. had ik blaren. Dat is bizar, ik heb eigenlijk nooit blaren. Ook met de training, nooit last van gehad. Maar nu: Blaren. Dag 2 staat gepland op 19 kilometer, maar omdat de camping een heel stuk ten westen van de route ligt, besluiten we een stukje eerder richting het westen te lopen. Dan gaat het regenen, dan blijk je allerlei wegen niet in te mogen, dan koop je een zak appels, die net een kilo te zwaar zijn…. en kom je ‘s avonds uitgeteld en net voor sluitingstijd, aan op de volgende camping. Moe, nat en met zere voeten. Moet dit leuk zijn? Als ik mijn schoenen en sokken uittrek, heb ik niet alleen overal uitslag op mijn voeten, maar ook tientallen bijna-mini-blaartjes, op de onderkant van mijn voeten, keurig in een recht lijntje. Zoiets heb ik nog nooit gezien. Dan haal ik de zool uit mijn schoen en draai hem om: Allemaal kleine rondje gaatjes, keurig in een recht lijntje, voor de ventilatie. Kennelijk is het gewicht op mijn rug, die 4 kilo meer dan tijdens de trainingen, zo’n enorme belasting voor mijn lijf, dat ik letterlijk door mijn zolen aan het zakken ben. Belangrijke les voor de volgende keer. Train met het juiste gewicht. 4 kilo meer is a huge difference!!!
Ik ben nogal volhardend, maar niet altijd even realistisch. Op de 4e avond, na weer een enorm warme tocht, waarbij we meer hebben lopen steunen en naar de grond onder onze voeten hebben gekeken, dan hebben genoten, zegt Bas dat dit zo niet langer gaat met die kilo’s op onze rug en dat we NU gaan kijken of we een kar o.i.d. kunnen aanschaffen. Ik ben het er niet meteen mee eens, het voelt namelijk een beetje als opgeven. Maar ik ben het met hem eens dat dit ook niet veel langer zo kan. We zijn allebei kapot en hebben last van onze rug, schouders, heupen, knieën en voeten. Op marktplaats vindt hij een bolderkar, die door iemand in Assen wordt aangeboden. We zitten op dat moment 6km van Assen af, dus besluiten we te reageren. De verkoopster belt ons nog dezelfde avond op en de ochtend erna stappen we op de bus naar Assen, om de bolderkar te kopen. Vanaf dat moment lopen we zonder rugzak op, maar wel met een kar achter ons aan. Een goede oplossing voor dat moment, maar omdat onze voeten geen tijd en rust krijgen om te herstellen, duurt het nog zeker een week voor ik blaar- en pijnvrij kan lopen.
De kar is een uitkomst voor stukken verharde weg. Je kan hem bijna met 1 pink vooruit trekken en we hoeven veel minder te stoppen om bij te komen. Nadeel zijn de onverharde paden. Vooral paden die erg modderig, erg smal, of erg mul zijn, zijn geen pretje. We komen er al wel snel achter dat, als de persoon die de kar niet trekt, ernaast loopt en met een handje op de tassen, mee duwt, dit enorm scheelt voor de karrentrekker. Met spanbanden een soort gordel maken, zodat je niet continu de handvatten vast hoeft te houden, werkt niet, omdat je elke pas een klap op je borst krijgt. Wel hebben we halverwege, toen het wat heuveliger gebied werd, de spanbanden soms aan de achterkant bevestigd, zodat er iemand achter de kar kon tegen hangen bij steile stukken bergaf.
Ik had verwacht om tijdens een maand wandelen, nieuwe inspiratie op te doen voor mijn toekomstplannen en onderneming. Niets bleek minder waar. Bas heeft de hele maand geroepen dat zijn brein maar voor 25% werkte, en het leven samen was nog nooit eerder zo makkelijk. We hadden namelijk allebei hetzelfde doel: Overleven. Gedurende de dag zijn er maar 3 sub-doelen: 1. Het vinden van de juiste route. 2. Ergens boodschappen kunnen doen. 3. Een slaapplek voor de nacht vinden. Zo simpel, dat discussie onnodig was en alles ontstond vanuit die flow. Al op de derde dag bleken we een patroon te hebben ontwikkeld voor het opzetten van de tent en het opbreken/inpakken. En dat werkte. Simpel.
Van tevoren was ik uren bezig geweest met uitzoeken waar we campings konden vinden, of ze open waren, hoe duur ze waren, hoeveel kilometer het lopen was naar de volgende, enz. Dit stond allemaal in een lijstje, online. Maarja, met een oude GSM als de mijne, was het onmogelijk om hierbij te komen. Bas had zijn telefoon voornamelijk uit staan, voor het echte vakantiegevoel, dus mijn lijstje stond daar maar ongebruikt te zijn. Voor mij bleek dit misschien nog wel de grootste les. Zonder mijn lijstje, zonder controle, is het maar 2 keer voorgekomen dat de camping waar we wilden overnachten, niet meer bleek te bestaan. Dan zit er maar 1 ding op en dat is nog 4km doorlopen naar de volgende camping. Al mijn lijstjes bleken onnodig, want elke avond weer, stond ons tentje braaf op een camping of bij een boer. Die enkele dag dat we geen supermarkt vonden onderweg, konden we altijd nog wel iets te eten krijgen bij een boer of in een dorpje. Zodra ik me hieraan over heb kunnen geven, kon ik ook gaan genieten.
Comfort is een luxe!
Enkele avonden hebben we vrienden, familie of ouders van vriendinnen, bereid gevonden om ons een nachtje op te vangen. Na een week slapen in een tent, op een veel te dun matje, is een zacht bed en een warme douche echt een enorme luxe. Je went aan de basics, maar luxe wordt zo echt een cadeautje, waar je dan ook veel meer van geniet! Goed om de kleine dingen weer even te leren waarderen dus!
Ze zeggen dat elke reis begint met de eerste stap. Nu moet ik wel zeggen dat ik tijdens één van die eerste zware dagen, best eens gedacht heb ‘Pff, we moeten nog wel een eind…’. Het mooie is ook, dat door elke keer een klein stapje te zetten, je uiteindelijk een mega afstand kan overbruggen. Tijdens de tocht kan dit best een boost geven.
Het mooie aan het maken van zo’n enorme tocht, is dat je het landschap ziet veranderen, de mensen ziet veranderen en zelfs het verschil in bewegwijzering in de verschillende provincies gaat zien. Zo was in Overijssel alles super goed aangegeven, met pijlen in allerlei kleuren, terwijl in Gelderland soms elk spoor van pijlen ontbrak en er vaak niet eens normale fietspaden in het bos te vinden waren. Minder budget voor toerisme?
Je leert elkaar echt kennen.
Tijdens dagen met veel wind, regen en lange saaie stukken lopen, blijf je niet altijd de vrolijkste. Dat is ook prima. We kwamen er al snel achter hoe de ander soms te motiveren was door even ergens een warme chocolademelk te drinken, door te bespreken wat voor moois we al hadden gezien, door een knuffel, of door even helemaal niets. Fijn als je elkaar zo begrijpt en niet steeds alles uit hoeft te leggen.
Voor mij is het Pieterpad ook een tijd geweest van afzien. Mei was een hele koude en natte maand. Ik had het bijna elke nacht enorm koud en warmde na verloop van tijd zelfs niet meer op onder de douche. Gelukkig kregen we halverwege van mijn tante een extra fleecedeken mee (die extra kilo’s waren met de kar niet meer zo’n probleem) en wat kruiden die je in het eten kan doen, om op te warmen. De tweede helft van de maand, was toch een stuk aangenamer!
Obstakels…
Ik kan al vroeg gaan nadenken over obstakels en me zorgen maken over hoe we die het beste kunnen benaderen. Met onze kar bleek dit een extra uitdaging. Tijdens wandeltochten kwamen we ineens bomen op de weg, voetgangerssluisjes, smalle bruggetjes, trappen of overstaphekjes tegen, die we niet hadden kunnen zien aankomen. In plaats van in de stress te raken omdat we hier niet zomaar langs konden, heb ik geleerd om het obstakel samen te benaderen en dan samen te kijken wat voor die specifieke situatie, de beste aanpak zou zijn. Soms resulteerde dat in het optillen van omgevallen bomen, soms moesten alle spullen uit de kar omdat we deze ergens overheen moesten tillen, soms moesten we een stukje omlopen. Maar….. altijd bereikten we onze 3 subdoelen en daarmee ons hoofddoel. Zorgen maken heeft dus geen zin.
Na een mooi, zwaar en leuk avontuur van 492 kilometer realiseer ik me dat ik van tevoren heel druk kan nadenken over obstakels, maar het komt toch zoals het komt en samen kunnen we heel veel aan!